ziftten
- zift·ten
vervoeging van |
---|
ziften |
ziftten
- meervoud verleden tijd van ziften
- Wij ziftten.
- Jullie ziftten.
- Zij ziftten.
- Wij ziftten.
- Het woord ziftten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
ziften |
ziftten