zevenhonderdtwintigje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ze·ven·hon·derd·twin·tig·je

Zelfstandig naamwoord

het zevenhonderdtwintigjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zevenhonderdtwintig

Gangbaarheid