zette samen
- Geluid: zette samen (hulp, bestand)
- zet·te sa·men
vervoeging van |
---|
samenzetten |
zette samen
- enkelvoud verleden tijd van samenzetten
- Ik zette samen.
- Jij zette samen.
- Hij, zij, het zette samen.
- Ik zette samen.
- Het woord zette samen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.