• wuhn

wuhn

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van wuhne
    «Ich wuhn in Tokyo.»
    Ik woon in Tokio.
  • wuhne (onbepaalde wijs)
  • wuhn (eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm)
  • Wu wuhnscht du? (tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm)
  • wuhnt (derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm)
  • er hot in Nei Yarrick gewuhnt (voltooid deelwoord)