Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wring

Werkwoord

vervoeging van
wringen

wring

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wringen
    • Ik wring. 
  2. gebiedende wijs van wringen
    • Wring! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wringen
    • Wring je?