• wier·den

de wierdenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord wierde

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als werkwoord

(verouderd)

vervoeging van
worden

wierden

  1. meervoud verleden tijd van worden
    • Wij wierden. 
    • Jullie wierden. 
    • Zij wierden.