Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wer·ke·lo·ze

Bijvoeglijk naamwoord

werkeloze

  1. verbogen vorm van de stellende trap van werkeloos

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
57 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be