Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wei·fel

Werkwoord

vervoeging van
weifelen

weifel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weifelen
    • Ik weifel. 
  2. gebiedende wijs van weifelen
    • Weifel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weifelen
    • Weifel je?