wegcijfer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- weg·cij·fer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wegcijferen |
wegcijfer
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegcijferen
- ... dat ik wegcijfer.
Gangbaarheid
- Het woord wegcijfer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.