weekenden
- week·en·den
de weekenden mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord weekend
- Het woord weekenden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "weekenden" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- week·en·den
Naar frequentie | 2380 |
---|
weekenden, g
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van weekend