wamen
- wa·men
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
wamen |
waamde |
gewaamd |
zwak -d | volledig |
wamen [1]
- inergatief (verouderd) modder in beroering brengen
- Het tij waamde.
- Het woord 'wamen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wamen" herkend door:
8 % | van de Nederlanders; |
5 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be