waarschuwt
- Geluid: waarschuwt (hulp, bestand)
- waar·schuwt
vervoeging van |
---|
waarschuwen |
waarschuwt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van waarschuwen
- Jij waarschuwt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van waarschuwen
- Hij waarschuwt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van waarschuwen
- Waarschuwt!