waardeerde
- Geluid: waardeerde (hulp, bestand)
- waar·deer·de
vervoeging van |
---|
waarderen |
waardeerde
- enkelvoud verleden tijd van waarderen
- Ik waardeerde.
- Jij waardeerde.
- Hij, zij, het waardeerde.
- Ik waardeerde.
- Het woord waardeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.