Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vrij·wil·li·gers

Bijvoeglijk naamwoord

vrijwilligers

  1. partitief van de vergrotende trap van vrijwillig

Zelfstandig naamwoord

de vrijwilligersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vrijwilliger
     Behalve Guthook raadpleegde ik ook af en toe het Water Report, een door vrijwilligers wekelijks bijgewerkt pdf-bestand dat de actuele waterstand aangeeft.[1]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers