voorstelt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- voor·stelt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
voorstellen |
voorstelt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorstellen
- ... dat jij voorstelt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorstellen
- ... dat hij voorstelt.