vooroploopt
- Geluid: vooroploopt (hulp, bestand)
- voor·op·loopt
vervoeging van |
---|
vooroplopen |
vooroploopt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooroplopen
- ... dat jij vooroploopt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooroplopen
- ... dat hij vooroploopt.
- Het woord vooroploopt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.