voornamen
- voor·na·men
de voornamen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord voornaam
vervoeging van |
---|
voornemen |
voornamen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van voornemen
- ...dat wij voornamen.
- ...dat jullie voornamen.
- ...dat zij voornamen.
- ...dat wij voornamen.
- Het woord voornamen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.