voorleef
- voor·leef
vervoeging van |
---|
voorleven |
voorleef
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorleven
- ... dat ik voorleef.
- Het woord voorleef staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
voorleven |
voorleef