Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vol·tankt

Werkwoord

vervoeging van
voltanken

voltankt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voltanken
    • ... dat jij voltankt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voltanken
    • ... dat hij voltankt. 

Gangbaarheid