Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vlij

Werkwoord

vervoeging van
vlijen

vlij

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vlijen
    • Ik vlij. 
  2. gebiedende wijs van vlijen
    • Vlij! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vlijen
    • Vlij je? 

Gangbaarheid

69 % van de Nederlanders;
58 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be