vinkten
- vink·ten
vervoeging van |
---|
vinken |
vinkten
- meervoud verleden tijd van vinken
- Wij vinkten.
- Jullie vinkten.
- Zij vinkten.
- Wij vinkten.
- Het woord vinkten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
vinken |
vinkten