vierhonderdtweeënzestigje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vier·hon·derd·twee·en·zes·tig·je

Zelfstandig naamwoord

het vierhonderdtweeënzestigjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord vierhonderdtweeënzestig

Gangbaarheid