vierhonderdtweeëntwintigjes

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vier·hon·derd·twee·en·twin·tig·jes

Zelfstandig naamwoord

de vierhonderdtweeëntwintigjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord vierhonderdtweeëntwintig

Gangbaarheid