vierhonderdtweeëndertigjes

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vier·hon·derd·twee·en·der·tig·jes

Zelfstandig naamwoord

de vierhonderdtweeëndertigjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord vierhonderdtweeëndertig

Gangbaarheid