vierhonderdnegenentachtigs

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vier·hon·derd·ne·gen·en·tach·tigs

Zelfstandig naamwoord

de vierhonderdnegenentachtigsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vierhonderdnegenentachtig

Gangbaarheid