• vi·den·skabs·mænds
  • Deense zelfstandignaamwoordsvorm met het achtervoegsel -skab, met het invoegsel -s-, met de umlaut 'æ' en met de woorduitgang -s
Naar frequentie zeldzaam

videnskabsmænds

  1. nominatief onbepaald gemeenschappelijk geslacht meervoud van videnskabsmand