• vet·te

vette

  1. verbogen vorm van de stellende trap van vet
     Met mijn vette hamburgervingers scheurde ik de doos open.[1]
vervoeging van
vetten

vette

  1. enkelvoud verleden tijd van vetten
    • Ik vette. 
    • Jij vette. 
    • Hij, zij, het vette. 
92 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be