Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·wij·dert

Werkwoord

vervoeging van
verwijderen

verwijdert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verwijderen
    • Jij verwijdert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verwijderen
    • Hij verwijdert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verwijderen
    • Verwijdert!