verwierf
- ver·wierf
vervoeging van |
---|
verwerven |
verwierf
- enkelvoud verleden tijd van verwerven
- Ik verwierf.
- Jij verwierf.
- Hij, zij, het verwierf.
- Ik verwierf.
- Het woord verwierf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verwierf" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be