verwelkom
- ver·wel·kom
vervoeging van |
---|
verwelkomen |
verwelkom
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verwelkomen
- Ik verwelkom.
- gebiedende wijs van verwelkomen
- Verwelkom!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verwelkomen
- Verwelkom je?
- Het woord verwelkom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.