vervijfvoudigde
- ver·vijf·vou·dig·de
vervoeging van |
---|
vervijfvoudigen |
vervijfvoudigde
- enkelvoud verleden tijd van vervijfvoudigen
- Ik vervijfvoudigde.
- Jij vervijfvoudigde.
- Hij, zij, het vervijfvoudigde.
- Ik vervijfvoudigde.
- verbogen vorm van vervijfvoudigd, voltooid deelwoord van vervijfvoudigen
- Het woord vervijfvoudigde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.