veruiterlijkten
- ver·ui·ter·lijk·ten
vervoeging van |
---|
veruiterlijken |
veruiterlijkten
- meervoud verleden tijd van veruiterlijken
- Wij veruiterlijkten.
- Jullie veruiterlijkten.
- Zij veruiterlijkten.
- Wij veruiterlijkten.
- Het woord veruiterlijkten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.