• ver·twij·fel
vervoeging van
vertwijfelen

vertwijfel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vertwijfelen
    • Ik vertwijfel. 
  2. gebiedende wijs van vertwijfelen
    • Vertwijfel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vertwijfelen
    • Vertwijfel je?