Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·troe·bel·den

Werkwoord

vervoeging van
vertroebelen

vertroebelden

  1. meervoud verleden tijd van vertroebelen
    • Wij vertroebelden. 
    • Jullie vertroebelden. 
    • Zij vertroebelden. 

Gangbaarheid