• ver·toef
vervoeging van
vertoeven

vertoef

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vertoeven
    • Ik vertoef. 
  2. gebiedende wijs van vertoeven
    • Vertoef! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vertoeven
    • Vertoef je? 
91 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be