vertoef
- ver·toef
vervoeging van |
---|
vertoeven |
vertoef
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vertoeven
- Ik vertoef.
- gebiedende wijs van vertoeven
- Vertoef!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vertoeven
- Vertoef je?
- Het woord vertoef staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vertoef" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be