• ver·te·gen·woor·digt
vervoeging van
vertegenwoordigen

vertegenwoordigt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vertegenwoordigen
    • Jij vertegenwoordigt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vertegenwoordigen
    • Hij vertegenwoordigt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vertegenwoordigen
    • Vertegenwoordigt!