vertegenwoordigde

  • ver·te·gen·woor·dig·de
vervoeging van
vertegenwoordigen

vertegenwoordigde

  1. enkelvoud verleden tijd van vertegenwoordigen
    • Ik vertegenwoordigde. 
    • Jij vertegenwoordigde. 
    • Hij, zij, het vertegenwoordigde. 
  2. verbogen vorm van vertegenwoordigd, voltooid deelwoord van vertegenwoordigen