• ver·stomt
vervoeging van
verstommen

verstomt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verstommen
    • Jij verstomt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verstommen
    • Hij verstomt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verstommen
    • Verstomt!