Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·smoor·de

Werkwoord

vervoeging van
versmoren

versmoorde

  1. enkelvoud verleden tijd van versmoren
    • Ik versmoorde. 
    • Jij versmoorde. 
    • Hij, zij, het versmoorde. 
  2. verbogen vorm van versmoord, voltooid deelwoord van versmoren