versierden
- Geluid: versierden (hulp, bestand)
- ver·sier·den
vervoeging van |
---|
versieren |
versierden
- meervoud verleden tijd van versieren
- Wij versierden.
- Jullie versierden.
- Zij versierden.
- Wij versierden.
- Het woord versierden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.