Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·schuil

Werkwoord

vervoeging van
verschuilen

verschuil

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verschuilen
    • Ik verschuil. 
  2. gebiedende wijs van verschuilen
    • Verschuil! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verschuilen
    • Verschuil je?