Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·schik·te

Werkwoord

vervoeging van
verschikken

verschikte

  1. enkelvoud verleden tijd van verschikken
    • Ik verschikte. 
    • Jij verschikte. 
    • Hij, zij, het verschikte. 
  1. verbogen vorm van verschikt, voltooid deelwoord van verschikken

Gangbaarheid