• ver·re·kent
vervoeging van
verrekenen

verrekent

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verrekenen
    • Jij verrekent. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verrekenen
    • Hij verrekent. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verrekenen
    • Verrekent!