verrassenderwijs
- ver·ras·sen·der·wijs
- Afgeleid van verrassend met het achtervoegsel -erwijs
verrassenderwijs
- op een verrassende manier
- Na een jaar lang niets gepresteerd te hebben, won de sporter verrassenderwijs een gouden medaille op de Olympische Spelen.
- Het woord verrassenderwijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.