verpersoonlijkte
- ver·per·soon·lijk·te
vervoeging van |
---|
verpersoonlijken |
verpersoonlijkte
- enkelvoud verleden tijd van verpersoonlijken
- Ik verpersoonlijkte.
- Jij verpersoonlijkte.
- Hij, zij, het verpersoonlijkte.
- Ik verpersoonlijkte.
- verbogen vorm van verpersoonlijkt, voltooid deelwoord van verpersoonlijken
- Het woord verpersoonlijkte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.