verpersoonlijk
- ver·per·soon·lijk
vervoeging van |
---|
verpersoonlijken |
verpersoonlijk
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verpersoonlijken
- Ik verpersoonlijk.
- gebiedende wijs van verpersoonlijken
- Verpersoonlijk!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verpersoonlijken
- Verpersoonlijk je?
- Het woord verpersoonlijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.