verouderden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verouderden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·ou·der·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verouderen |
verouderden
- meervoud verleden tijd van verouderen
- Wij verouderden.
- Jullie verouderden.
- Zij verouderden.
- Wij verouderden.