verouderen
- Geluid: verouderen (hulp, bestand)
- IPA: / vərˈɑudərə(n) / (4 lettergrepen); /vərˈʌʊdərə(n)/
- ver·ou·de·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verouderen |
verouderde |
verouderd |
zwak -d | volledig |
verouderen
- ergatief ouder worden
- Die man is nu wel snel aan het verouderen.
- ergatief uit de mode raken
- Dit model is verouderd.
1. ouder worden
2. uit de mode raken
- Het woord verouderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verouderen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be