verordonneerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·or·don·neer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verordonneren |
verordonneerden
- meervoud verleden tijd van verordonneren
- Wij verordonneerden.
- Jullie verordonneerden.
- Zij verordonneerden.
- Wij verordonneerden.