Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·on·ge·luk·ten

Werkwoord

vervoeging van
verongelukken

verongelukten

  1. meervoud verleden tijd van verongelukken
    • Wij verongelukten. 
    • Jullie verongelukten. 
    • Zij verongelukten.